STEILE, VERWEERDE ROTSWANDEN, BEBOSTE HELLINGEN WAARVAN DE TOPPEN VERDWIJNEN IN MISTFLARDEN EN UITGESTREKTE WOUDEN MAKEN DE HUNSRÜCK TOT EEN FILMISCH DECOR WAAR KELTISCHE MYTHEN EN SAGEN MOEITELOOS TOT LEVEN KOMEN. ■ OSCARINE VONK Bij het dorpje Nonnweiler krijgen wandelaars de keuze: een route van 13,5 kilometer met een stijgende lijn van 300 meter naar Börfink of een vlakke rondweg van eenzelfde afstand om het stuwmeer Talsperre Nonnweiler. Wij kiezen voor klimmen. Vrijwel meteen voert de tocht langs de Keltische ringwal Otzen hausen en het bijbehorende Keltenpark waar archeoloog Michael Koch ons opwacht. Niet alleen is hij betrokken bij de opgravingen op deze locatie, hij is ook projectleider van het park. Keltenpark Otzenhausen laat zich het best beschrijven als een Keltische miniversie van het Openluchtmuseum waar op ware grootte een gehucht nauwgezet is nagebouwd met huizen opgetrokken uit hout met leem en luiken van geitenleer. Tot in de eerste eeuw voor Christus stond hier een nederzetting met zo’n 400 bewoners. ‘Wat je in het park ziet, is veel kleiner’, legt Koch uit, ‘want alleen al één zo’n huis kost 15.000 euro om te bouwen.’ RINGWAL Indrukwekkend is de 2,5 kilometer lange, 10 meter hoge stenen wal in driehoeksvorm, een van de grootste overgebleven Keltische bouwwerken. Steen voor steen is deze ringwal opgetast tegen de Dollberg. Waarvoor de muur diende, is onduidelijk. Misschien was het een verdedigingswerk van de Treviri, de Keltische stam in dit gebied, om zich te beschermen tegen de Germanen en oprukkende Romeinen of was het de machtszetel van de Trevische vorsten. Maar Koch speelt ook nog met de mogelijkheid dat zich op deze plek een belangrijke tempel bevond waar druïden ­ Keltische priesters ­ hun religieuze rituelen uitvoerden. Naar de reden waarom de Treveri ­ door de filosoof Cicero omschreven als de moedigste en krijgshaftigste Keltische stam – de nederzetting plotseling verlieten blijft het gissen. ‘We hebben geen sporen van geweld aangetroffen en denken dat de bewoners op de vlucht geslagen zijn voor Caesars legioenen’, vertelt Koch. Dapper of niet, tegen de 8.000 Romeinse manschappen die aan de overzijde van het meer neerstreken, was de stam niet opgewassen. Een lokale sage vertelt over een gouden wagen die door de Kelten ergens in deze omgeving begraven is en de duivel die daarboven de wacht houdt met een molensteen, klaar om los te laten boven de ongelukkige vinder. Maar Koch vertelt dat op deze plek opmerkelijk weinig goudvondsten zijn gedaan. Alles wat tot nog toe uit de grond is gehaald zijn overbekende archeologische vondsten als munten, potscherven en ijzeren pijlpunten. Terug naar de route die dwars over de ring voert. Klauteren dus, over grote, losse rotsblokken. Wie eenmaal bovenop staat krijgt nog meer ontzag voor deze imposante constructie die de elementen al meer dan 2500 jaar het hoofd weet te bieden. OP OOGHOOGTE GLIJDT EEN HAVIK VOORBIJ STEENMANNETJES Vervolgens slingert het pad om hoog onder een beuken bos door en bereikt via een steile wand bestaande uit rotsblokken het hoogste punt van deze wandeling. Wandelaars zien we nauwelijks, maar de tien tallen steen mannetjes die op de rand balanceren leveren het stilzwijgende bewijs dat veel mensen ons zijn voorgegaan in de stevige klim naar dit uitkijkpunt. Weinig verbazingwekkend, want dit smalle plateau biedt een pano ramisch uitzicht over bergen en dal. Het grillig gevormde meer beneden, de beboste bergtoppen waar tussen de nevelen als engelenhaar hangen, bemoste bonkige bomen en reus achtige leisteen rotspartijen vormen een tot in perfectie uit gewerkt mystiek decor voor Keltische sagen of hobbitachtige verhalen. SAAR-HUNSRÜCK-STEIG De wandeling van Nonnweiler tot Börfink is de negende etappe van de Saar­Hunsrück­Steig, een 410 kilometer lange route die bestaat uit 27 etappes. Vanaf het Saarlandse Perl voert de wandelroute over de Hunsrück naar Boppard in Rijnland­Palts. De route kenmerkt zich door heuvellandschappen en dalen van rivieren als de Moezel, Nahe en Saar, rotspartijen en steile afdalingen. Halverwege, bij Hermeskeil, splitst de route zich in tweeën en gaat er een westelijke tak via de Ruwer­Route naar Trier. Het even veelbelovende als veelzeggende keurmerk ‘Premiumweg’ dat de route heeft gekregen van het Duitse Wandelinstituut is mede te danken aan de 70 procent onverharde voetpaden en de uitstekende blauw­groene markering die kaartlezen overbodig en verdwalen onmogelijk maakt. ‘te voet’ speciale bijlage over Duitsland 7 Pagina 6

Pagina 8

Interactieve online rapport, deze spaarprogramma of magazine is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het van papier naar online converteren van digitale artikelen.

te voet - Duitsland Special 2017 Lees publicatie 55Home


You need flash player to view this online publication